Column: Plat bij de zeehonden
Het is herfstvakantie een uitgelezen moment om met ons gezinnetje naar de dierentuin te gaan. We hebben gekozen, dat wil zeggen onze dochters hebben gekozen, om naar ‘Adventure Park’ te gaan. Dat krijg je als je in elk reclameblok verwonderde kindersnoetjes in gezellige bootjes voorbij ziet komen. Dus op naar Emmen.
De reclamespotjes hebben niets gelogen. Het is prachtig en de bootjes zijn inderdaad heel gezellig. Na de vlindertuin, giraffen, klimjungle en de olifantenuitleg is het toch echt tijd om mijn rug te strekken. We besluiten door te lopen naar de zeehondendemonstratie. Daar is vast wel een plekje te vinden waar ik kan liggen. Ik sleep mezelf over het park naar afdeling zeehond. Een tribune. Bovenin zie ik in een onopvallende hoek een houten bank, die volstaat. Ik steven erop af en leg mijn vermoeide lijf neer, eindelijk ontspant mijn rug zich. Tas onder mijn hoofd, wat een verademing.
Langzaam stromen de mensen binnen en een half uur later zitten er honderden toeschouwers klaar voor de voorstelling.
Een zeer jolige presentator komt de bühne opgerend en kondigt zichzelf luidruchtig aan. Ik bekijk vanuit mijn hooggelegen ligplek deze energieke jongeman en prijs me gelukkig met het feit dat ik hier de komende 40 minuten liggend kan doorbrengen. De jolige jongeman vertelt dat hij er zin in heeft en vraagt of wij er ook zin in hebben. Een luid ja-gebulder klinkt vanuit het publiek. De presentator zegt blij te zijn dat iedereen zo enthousiast is, dat komt zijn show ten goede. ‘Maar’, zo vindt hij, ‘misschien moeten we die dame daarboven even wakker maken, want die is in slaap gevallen, kijk maar’. En ja hoor, hij wijst naar mij. Honderden ogen kijken nu mijn richting op. Klére, heb ik weer, waar bemoeid die gast zich mee. Ik hijs mijn stijve lijf overeind onder het toeziend oog van een tribune vol toeschouwers. Als meneer de jolige presentator tevreden is dat ik ook rechtop zit gaat ie verder met zijn kléreshow.
En bedankt.
door: Dinès Quist